maandag 5 augustus 2013

PITTEN SCHIETEN (2)



3.

De schietschijf als spiegel. De Vecht als verhaal.
Van het slootje van vroeger werd met gemak
de overkant, nu amper het water gehaald.
De oever is dichtbij, we denken aan later:

het bloed dat genoeg heeft van stromen, gedachten
die zonder rangorde dwars door het hoofd
kennis de kwijt, vermaledijd veer
dat na het geheime sein aanlegt
om de harten in het vooronder te laden
een veerman die de loopplank intrekt en zegt
het is over, ga maar slapen -

4.

We eten de rest van de kersen op één na
spuwen de pit met de punt van de tong
waarmee we straks elkaar zullen kussen
zo ver we komen, alsof we voorgoed
voorgoed hier, bijna
een dier zijn -

We bloeden nu uit onze monden.
De rode woorden liggen in het gras
te dromen en wij lopen
van de tijd weg. We ontkomen.